Masterclass voor Trainers

Door Ernst Drukker, Edu Feltmann en Frans Verhaaren, gedragswetenschappelijke (opleiders van) trainers, sinds 1966.

Hoezo Masterclass?

Het woord Masterclass suggereert verheven kunstenaarschap. Een leraar die de top is in zijn vak, en studenten die in staat zijn de laatste, allersubtielste, fijne kneepjes van haar/hem te leren.

Dat is precies wat wij bedoelen met deze MAST.

Individueel achten wij onszelf niet ‘de toptrainers van Nederland’, maar als trio komen we in de buurt.

Juist door de combinatie van onze inzichten en ervaringen (elk van ons is al zo’n 30 tot 35 jaar bezig met de ontwikkeling van het trainersvak, in allerlei rollen en situaties, dwz. als trainee, trainer, opleider van trainers, onderzoeker, auteur, coach, en adviseur van trainingsbureau’s), juist daardoor kunnen wij gezamenlijk een veelheid aanbieden van professionele inzichten en poly-paradigmatische interventies, met zodanige differentiatie en diepgang, dat ons de aanduiding Masterclass voor de aanbodkant wel legitiem lijkt.

Maar dat is niet genoeg: een echte Masterclass impliceert ook dat de ‘studenten’ van hoog professioneel nivo zijn.

Daarom bieden wij dit leertraject primair aan aan oud-cursisten uit onze eigen adviseurs- en trainersopleidingen. Daarnaast ook aan voor ons nog onbekende collega’s in het vak, die op zoek zijn naar verdere verdieping van hun vakmanschap.

Voor alle deelnemers geldt dat de trainingen die zij zelf geven, verder reiken dan het ‘alleen maar’ aanleren/ inoefenen van gedragstechnieken, management instrumenten en stappenplannen. Hun trainingen richten zich op de binnenkant van mensen en op de relatie daarvan met waardigheid en maatschappelijke relevantie. Bovendien zijn ook zij zelf soms al actief als trainer van andere trainers en interventiekundigen.

Hun eigen vragen en leerwensen betreffen meer ‘de filosofie’, dan de ‘technologie’ van het trainen. Zij voelen zich zowel theoretisch als praktisch sterk in het trainersvak en in hun eigen invulling daarvan. Juist daarom willen zij nu buiten de grenzen van hun al verworven inzichten en kundigheden verder leren, feedback krijgen over hun eigen eventuele blinde vlekken, en onderzoek doen naar de impliciete overtuigingen in de grondslagen van hun trainersprofessie.

Per ‘klas’ denken wij dat een aantal van tussen de 8 tot 20 deelnemers optimaal is: genoeg voor leerzame differentiatie en niet te veel voor intensieve aandacht voor ieder.

Inhoud van de MAST

Wij bieden de deelnemers drie verschillende invalshoeken aan, van waaruit wij met hen onderzoek willen doen – en kritisch willen nadenken en feedback geven – over de onderliggende en vaak impliciet blijvende waarden, paradigma’s en ideaalbeelden in het en hun huidige trainerswerk.

Dat daarbij ook onze eigen waarden , e.d. , ter discussie staan, lijkt ons vanzelfsprekend!

1. We zullen aandacht geven aan de vooronderstellingen en de relevanties van trainingen, voor gewenste ontwikkelingen op de aggregatienivo’s van persoon, groep, intergroeps- dynamiek, organisatie en maatschappij.

2. We zullen de deelnemers vertrouwd maken met de achterliggende overtuigingen en biografische bepaaldheid van onze eigen, onderling verschillende, trainersstijl en doelen.

Deze is voor elk van ons anders en kan kortheidshalve worden getypeerd als :

“action science”, voor Ernst,

“persoonlijke transformatie”,voor Frans

“psycho-poëtisch-linguistisch plezier”, voor Edu.

3. We zullen bij elke deelnemer persoonlijk een proces van reflectie, verheldering en ontwikkeling stimuleren, betreffende de biografische en sociale bepaaldheid van diens eigen persoonsontwikkeling en professionaliteit en van de wisselwerkingen daartussen. Bezinning op de invloed van de eigen professionele omgeving ( ieders eigen ‘bureau- cultuur’), en van de wensen van ‘opdrachtgevers’ op ieders eigen professionele en morele dilemma’s en keuzen, zal daarbij eveneens aan de orde zijn.

Opzet en didactiek van het leertraject

De Mast bestaat uit drie blokken van elk drie aaneengesloten dagen, met daarvoor een ‘startdag’ en daarna een ‘slotdag’. Totaal dus 11 dagen, in een periode van vier maanden.

Bij de start- en slotdag zijn alle drie de docenten aanwezig, maar in de driedaagse blokken wisselen zij elkaar af, als volgt:

Blok 1. heeft als centraal thema: “Persoon en professie”, o.l.v. Frans Verhaaren.

Blok 2. gaat over: “Procesbegeleiding en groepsdynamica”, o.l.v. Ernst Drukker

Blok 3. bespreekt: “Professie, context en moraliteit”. o.l.v. Edu Feltmann.

Steeds op de laatste middag van een blok komt de volgende docent erbij en laat zich inpraten door de groep en de zittende docent.

Als didactische impulsen zullen we gebruik maken van vertrouwde methoden en werkvormen, zoals groepsgesprekken plenair en in subgroepen, adviesgesprekken, theoretische lessen, speciale oefeningen, feedback sessies ( persoonlijk en professioneel georiënteerd ), en geselecteerd leeswerk, als huiswerk voor tussen de blokken.

Het spreekt welhaast vanzelf dat zowel het optreden, de interventies en de opvattingen van de docenten ook bedoeld zijn als ‘demonstratie’ van ‘trainen op z’n best’, en dat de deelnemers dit voorbeeldgedrag voortdurend moeten/kunnen toetsen aan hun eigen trainersstijl.

Kritische vragen en commentaren daarop zijn een noodzakelijk ingrediënt van de Masterclass, naast ieders poging en inzet om ‘net zo goed’, of zelfs ‘nog beter’ te willen worden, als deze ‘meesters’.

Voorafgaande aan een definitieve inschrijving wordt met elke deelnemer een intakegesprek gevoerd, door een van de docenten, naar keuze van de deelnemer.

Masterclass voor Trainers - Achtergrond

Door Ernst Drukker, Edu Feltmann en Frans Verhaaren.

Ruim vijftig jaar geleden maakten in ons land het handjevol bedrijfsopleiders voor het eerst kennis met twee revolutionaire didactische vernieuwingen in hun nog zo prille vak: de “BKT methode” (Bedrijfs Kader Training) voor de functiegerichte scholing en de “T-group Training” (ofwel Sensitivity Training) in sociale vaardigheden en groepsdynamica.

Daarmee werd toen het fundament gelegd voor de sindsdien indrukwekkende groei en ontwikkeling van wat wij nu kennen als een volwassen specialisme: de trainingsprofessie. Trainingen zijn niet meer weg te denken uit de hedendaagse HRM en HRD praktijk.

Vanuit vele trainingsburo’s wordt een haast onoverzienbare melange aangeboden, van trainingen, workshops, seminars, leergangen, etc., ter ontwikkeling van allerhande hoogst noodzakelijk geachte ‘kerncompetenties’ en ‘management skills’, zoals persoonlijke effectiviteit, advies-vaardigheden, coachings-kwaliteiten, (Socratische) gespreks-methoden, assertiviteit, stressbestendigheid, spiritualiteit, moraliteit (‘dilemma trainingen’), creativiteit, emotionele intelligentie, conflictoplossing, en massa's deugden meer.

Achter elk van deze aantrekkelijk klinkende stimulansen staan vele trainers klaar, met een speciaal voor dát onderwerp en/of voor déze groep cursisten ontworpen ‘trainings design’ en een daarbij passend arsenaal van interventies, oefeningen, instrumenten en hulpmiddelen.

Aldus heeft de trainingsprofessie een trend gevolgd, die ook in allerlei andere takken van dienstverlening (advocatuur, accountancy, organisatieadvieswerk etc) sinds de jaren 80 zichtbaar is geworden: een enorme diversificatie en specialisatie. Die trend valt niet toevallig samen met het einde van de wetenschappelijke bedrijfskunde en de opkomst van het postmoderne constructivisme. In diezelfde jaren 80 namelijk, bleken de businessschools niet langer in staat hun pretentie van wetenschappelijk onderbouwde sturing van de organisatie te kunnen waarmaken (historici noemen dit wel de "3e legitimiteitscrisis van de managementwetenschappen" of ook wel "de crisis van alle expert systems"). Het toneel veranderde snel: van rationele objectiviteit naar subjectieve en emotionele benaderingen, van geplande verandering, naar persoonlijk ondernemerschap, van IQ naar EQ, enzovoort. Elk jaar bracht vele nieuwe hypes, van evenzovele nieuwe goeroes.

Dat heeft er toe geleid dat professionele trainers zich tot op vandaag gedwongen voelen het moordend tempo van deze ontwikkelingen tenminste bij te houden en waar mogelijk zelfs daarop vooruit te lopen met eigen nieuwe vondsten en een eigen specialisme.

Hun vak wordt daardoor steeds onoverzichtelijker, ondoorgrondelijker en specialistischer, en zij krijgen het gevoel steeds harder te moeten hollen om professioneel bij te blijven.

En hollen doen zij … maar helaas, en veelal ongemerkt, met steeds groter oogkleppen op...

Daarom hebben wij het initiatief genomen om nu een plek van bezinning te organiseren voor trainers. Om samen met hen te verkennen: (1) waar het in ons vak nu eigenlijk om gaat, (2) welke theoretische inzichten en welke praktische uitwerkingen daarvan voor het trainersvak werkelijk van waarde zijn, (3) hoe zij zelf in de huidige vakontwikkeling staan; (4) hoe hun verbinding is met de wortels van het trainingsvak: procesbegeleiding; (5) hoe zij zich verhouden tot de context van hun klanten: groepen, organisaties, maatschappij; en ( 6) door welke waarden en normen zij zich laten leiden.

Doel en opzet van de Masterclass.

In deze leergang voor gevorderde professionele trainers willen wij samen met hen de bovengenoemde zes vragen onderzoeken en beantwoorden.

En omdat dit een Masterclass zal zijn, zullen wij, vanuit onze jarenlange actieve eigen betrokkenheid bij de ontwikkeling van het trainersvak, aanbevelingen doen en kritische puntjes op de i plaatsen, bij de professionele opvattingen en werkwijzen van elke deelnemer afzonderlijk.

Dat daarbij ook onze eigen opvattingen en kwaliteiten, als aanbieders van deze leergang, ter discussie zullen staan, lijkt ons vanzelfsprekend en noodzakelijk.

Om dit ambitieuze doel te realiseren, zullen wij vanuit drie verschillende invalshoeken daaraan werken.

1. We zullen met de groep op zoek gaan naar de betekenis, naar de relevantie en naar de eventuele beperkingen van ‘training’, voor gewenste ontwikkelingen op de aggregatienivo’s van persoon, groep, intergroepsdynamiek, organisatie en maatschappij. Hierbij gaat het dus om een verkenning van ‘het vak’.

2. Daarnaast zullen we de deelnemers vertrouwd maken met de onderliggende filosofie van onze eigen professionele opvattingen en interventies. Deze is voor elk van ons anders en kan kortheidshalve wellicht het best worden getypeerd met respectievelijk de begrippen: “action science” (voor Ernst ), “persoonlijke transformatie” (voor Frans) en “psycho-poëtisch-linguïstisch plezier” (Edu).

Hierbij gaat het dus om een explicitering van drie toonaangevende vakopvattingen.

3. Voortdurend ook, zullen we aandacht geven aan de professionaliteit van elke deelnemer afzonderlijk.Als je al veel ervaring hebt, en je bewust bent geworden van je eigen vooronderstellingen, dan komt de vraag: hoe nu verder ? Wat kies je, en waarom, uit diverse benaderingen en filosofieën? Hoe leer je jezelf nieuwe scenario's aan? Hoe zorg je dat je niet eenmalig maar steeds je gedragsalternatieven blijft vergroten? Welke vernieuwingen en verfijningen streef je nog na en hoe leer je die ?

Hierbij gaat het er dus om per deelnemer diens eigen unieke ‘puntjes op de i’ te zetten.

Het feit dat ieder van ons inmiddels ruim de helft van zijn leven (dwz. zo’n 30 tot 35 jaar) in allerlei rollen en situaties intensief bezig is geweest met (de ontwikkeling) van het trainersvak (als trainee, trainer, opleider van trainers, onderzoeker, auteur, coach, adviseur van trainingsbureau’s, etc.) garandeert natuurlijk nog niet dat ieder van ons daardoor ook individueel gekwalificeerd zou zijn tot het aanbieden van een Masterclass voor trainers.

Gezamenlijk echter, kunnen wij dat wel.

Juist door de combinatie van onze veeljarige en veelzijdige eigen ervaringen, professionele inzichten en poly-paradigmatische invalshoeken, kunnen wij een veelheid van interventies en inzichten aanbieden, met zodanige differentiatie en diepgang, dat de aanduiding Masterclass daarvoor zeker gelegitimeerd is.

Ter wille van de helderheid naar de deelnemers, hebben wij gekozen voor een aanbod in drie modules, waarin steeds slechts één van ons als trainer optreedt (in plaats van elke module alle drie gezamenlijk). Dit traject wordt echter omsloten door twee afzonderlijke dagen (een voorafgaande startdag en een afrondende slotdag) waarin wij wel alle drie tegelijkertijd als begeleiders zullen participeren; ook zal aan het eind van elke module de trainer van de volgende module het laatste dagdeel aanwezig zijn, en worden ‘ingepraat’ door de zittende trainer, in aanwezigheid van (en met actieve deelname door) de deelnemers.

Elke module duurt drie aaneengesloten dagen.

Ernst, Frans en Edu zullen in deze volgorde elk zo’n driedaagse module begeleiden.

Per module staan andere thema’s centraal ( te weten: persoon en professie ; groepsdynamica en procesbegeleiding ; maatschappelijke context en moraliteit ) , terwijl de aanwezige trainer daarbij zijn eigen voorkeursbenadering zal demonstreren, toelichten en ter discussie stellen (zie de hierboven bij punt 2. genoemde benaderingen ).

 

Doelgroep(en): voor wie is deze Masterclass aantrekkelijk ?

Kort gezegd bieden wij dit leertraject aan (1) aan onze oud-cursisten én (2) aan voor ons nog onbekende collega’s in het vak, die op zoek zijn naar verder verdieping van hun vakmanschao, maar die daartoe nog geen stimulerende leeromgeving/leergroep vonden.

Deze Masterclass bedoelen wij in eerste instantie voor al degenen die ooit eerder, korter of langer geleden, en wellicht in een niet meer bestaande leergang of training of workshop, onze cursisten waren.

Daarnaast denken wij dat dit aanbod interessant en leerzaam zal zijn voor trainers die zichzelf tot de ver gevorderde professionals rekenen : hun trainingen reiken verder dan het ‘alleen maar’ aanleren/inoefenen van stappenplannen, gedragstechnieken, management instrumenten.

Waarschijnlijk zijn zij zelf ook actief als trainer van trainers en andere interventiekundige professionals.

In elk geval mikken wij op mensen die aan het eind zijn gekomen van hun ‘hoe?’ leerbehoeften, die zich theoretisch en praktisch sterk voelen in het trainersvak en vooral in hun eigen invulling daarvan, en die toch (of juist daarom !?) graag weer eens gestimuleerd willen worden om, over en buiten de grenzen van hun eigen verworven inzichten en kundigheden, onderzoek te doen naar (hun eigen) eventuele blinde vlekken en die daarbij hopen tot verrassend nieuwe zienswijzen en werkwijzen te kunnen komen.

Per masterclass denken wij dat een aantal van ergens tussen de acht en de twintig deelnemers prima werkbaar zal blijken te zijn : genoeg voor leerzame differentiatie en niet teveel voor een intensieve onderlinge aandachtverdeling.

 

Toelichting

In de loop van de laatste dertig jaren heeft elk van ons honderden vakgenoten ( trainers, adviseurs, coaches, interventiekundigen) opgeleid, getraind, begeleid, gecoacht, enzovoort.

In het begin van onze eigen loopbaan, (eind jaren zestig, begin jaren zeventig ) deden wij dat vooral veel gezamenlijk, vanuit het IGOP, bij ‘in-company’ groepen van grote bedrijven. Daarna gingen onze wegen uiteen en werkten wij elk vanuit ons eigen bureau, of als zelfstandige. Wij boden deels onze eigen leergangen aan (de BOOG en de LIK van Edu) en wij werden alle drie vaak gevraagd door andere advies- en trainingsbureau’s om een bijdrage te leveren aan de verdere professionalisering van de (soms grote groepen ) ‘medewerkers’ en ‘managers’ van die bureaus (trainers, adviseurs, coaches, etc.). Ook werden wij frequent ingeschakeld als kern- en gastdocenten bij de opleidingen en leergangen voor trainers, adviseurs, interim managers, leidinggevenden, bestuurders, etc., van bekende instellingen als SIOO, De Baak, de VU, IBO, RSM, TIAS, SOZ en vele anderen.